Het verhaal van Philip de Wit, “Eigen stuk grond in de Amazone; Oerwoud Brazilië trekt armen” in de NRC van dinsdag 22 juli, over een indrukwekkende tocht langs de enorme sojavelden en door het oerwoud van Mato Grosso geeft duidelijk de problematiek van ontbossing in Brazilië weer. Enerzijds een land in ontwikkeling: mensen zijn op zoek naar werk, grond wordt ontgonnen voor de landbouw of extensieve veehouderij, wegen worden aangelegd om de diepe Amazone te ontsluiten. Anderzijds het land waar grote inkomensongelijkheid heerst, waar een enorme groep landlozen leeft, en waar iedere 10 seconden een gebied ter grootte van een voetbalveld aan regenwoud verdwijnt. Philip de Wit beschrijft het dilemma zeer beeldend, maar voorziet hij ook een oplossing?
Ontbossing draagt wereldwijd voor 20 procent bij aan klimaatverandering, in Brazilië zelfs voor 75 procent. Door het kappen of verbranden van bos komt de opgeslagen CO2 vrij, een proces dat zich nog sterker voordoet in tropisch regenwoud zoals de Amazone. Extensieve veehouderij en soja monocultuur zijn de grootste drijfveren achter de voortgaande ontbossing in Brazilië, maar ook nieuw aangelegde wegen en illegale houtkap laten hun sporen achter.
Met de beschuldigende vinger naar Brazilië wijzen is echter niet terecht. Ook Brazilië heeft recht om zich te ontwikkelen. En doet dat op dezelfde wijze als wij ooit in Europa hebben gedaan: door bos te kappen om landbouwgrond te creëren. Daarnaast draagt ook Nederland direct bij aan de ontbossing in Brazilië: ons land importeert soja als grondstof voor veevoer en is daarmee de tweede importeur van soja ter wereld.
Nederland behoort tot de landen met een te grote CO2 voetafdruk: als land stoten wij meer CO2 uit dan volgens een gelijke verdeling van de atmosfeer duurzaam is. Door deze overmatige uitstoot ontstaat klimaatverandering, waarvan ontwikkelingslanden vaak als eerste de dupe worden. Als rijk land moeten wij het voortouw nemen in het voorkomen van klimaatverandering. Enerzijds omdat we voor een groot deel verantwoordelijk zijn, anderzijds omdat we de middelen hebben om klimaatverandering aan te pakken.
Het voorkomen van ontbossing is een belangrijk wapen in de strijd tegen klimaatverandering. Maar ook een lastige opgave. Hoe kan op een eerlijke en praktische wijze ontbossing worden tegengegaan, zonder de belangen van de inwoners van een land als Brazilië te schaden?
Het op de klimaattop op Bali voorgestelde mechanisme, waarin vanuit rijke landen geld beschikbaar komt voor bosbehoud in ontwikkelingslanden, lijkt mij daarvoor zeer geschikt. Landen die op te grote ecologische voet leven, betalen zo voor hun beslag op natuurlijke hulpbronnen als bossen en de atmosfeer. Op deze manier ontstaat er in landen als Brazilië een financiële prikkel voor het behouden van het regenwoud, waarbij het bos en haar bewoners betaald worden voor de milieudienst die ze leveren.
In het Xingu-park in de deelstaat Mato Grosso in Brazilië wordt dit mechanisme al op kleine schaal toegepast door de milieu- en ontwikkelingsorganisatie ISA. Het Xingu-park, dat bijna drie miljoen hectare beslaat en waar veertien inheemse bevolkingsgroepen wonen, bestaat sinds de jaren zestig. Anno 2008 vormt het een tropisch eilandje in een zee van soja: op luchtfoto’s van het gebied zijn de grenzen van het park te herkennen aan de contouren van het regenwoud. Wat naast het succes van het bosbehoud binnen het Xingu-park maar aangeeft hoe schrijnend de situatie daarbuiten is.
De Nederlandse politiek kan haar mooie woorden over de noodzaak van het aanpakken van klimaatverandering kracht bijzetten door zich in te zetten voor een dergelijk mechanisme. Betaling voor het gebruik van milieudiensten: een eerlijk mechanisme, gebaseerd op rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid.
Samen met zes andere studenten ben ik 7 juli j.l. door minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking benoemd tot klimaatambassadeur van de FairClimate campagne van ontwikkelingsorganisatie ICCO. Op 10 augustus vertrekken we naar Brazilië om te praten met de lokale bevolking, studenten en politici, de ontbossing met eigen ogen te aanschouwen en op zoek te gaan naar oplossingen. Terug in Nederland zullen wij deze verhalen delen met het Nederlandse publiek, van student tot politicus, om samen te werken aan een eerlijker klimaat.
Suzanne Maas
FairClimate/ICCO ambassadeur
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Wauw, super dat je naar Brazilie gaat Suuz! Klinkt als een erg goed project en een goed mechanisme om die mooie en belangrijke natuur te behouden en voor ons klimaat. Ik ben erg benieuwd wat jullie kunnen bereiken en naar al je belevenissen!
Liefs, Liset
Een reactie posten